Voor een handvol spelers is talent aangeboren. Zelfs vandaag nog wordt de getalenteerde en charismatische Stu Ungar beschouwd als de beste Gin Rummy-speler in de geschiedenis. En ook als een van de grootste pokerspelers aller tijden. Zijn talent voor kaartspellen is tot op de dag van vandaag ongeëvenaard. Maar hij is ook een man met een tragisch lot.
Stuart Errol Ungar, geboren in 1953 in New York, had al op jonge leeftijd een uitzonderlijk visueel geheugen en een echte aanleg voor getallen. Het eerste kaartspel waarin hij geïnteresseerd was, was Gin Rummy. En het jonge wonderkind bewees zichzelf al snel. Op initiatief van zijn vader begon zijn carrière als professionele speler op 10-jarige leeftijd toen hij zijn eerste toernooi won en zijn eerste $10.000 in de wacht sleepte. De ‘jongen’ – zo genoemd vanwege zijn kleine gestalte, jeugdige gezicht en zorgeloze houding – toonde al snel uitzonderlijk talent voor het spel, won lokale toernooien en trok de aandacht van professionals uit de industrie.
De beste in Gin Rami
In 1966 stierf zijn vader ‘Ido’ – de eigenaar van een privéclub waar veel zakenmensen, politici en zelfs gangsters kwamen om wat te drinken en te gokken – aan een hartaanval. Stu Ungar was net 13. Hij moest van school af om zijn familie te onderhouden, die bestond uit zijn zus en zijn moeder, die gedeeltelijk gehandicapt was na een beroerte.
In 1977 verhuisde hij naar Miami, waar de grootste wedstrijden van Gin Rami werden gespeeld. Deze uitzonderlijk intelligente jongen leefde de droom van elke gamer, met kop en schouders boven de kaartspellen die hij tot in de perfectie beheerste. Tijdens een toernooi in Las Vegas liet Stu zien dat hij de spellen van zijn tegenstanders perfect kan lezen. Zijn meesterschap ging zo ver dat hij de verliezende handen van de andere spelers aankondigde. Maar zijn spelniveau was te hoog, waardoor spelers zich niet konden inschrijven. Hij betaalde een hoge prijs voor zijn gave, want hij werd niet langer toegelaten tot Gin Rami-spellen.
Poker, een keerpunt
Stu gaf niet op en besloot zijn geluk te beproeven in andere kaartspellen. Na enkele grote successen aan de Blackjack-tafels, wendde hij zich tot poker. Zijn beheersing van het kaartspel leverde hem al snel een reputatie op als een formidabele speler. Zijn vermogen om te bluffen en berekende risico’s te nemen stelden hem in staat om onwaarschijnlijke handen te winnen en als winnaar uit de belangrijkste toernooien te komen.
In 1980 won hij op 27-jarige leeftijd op indrukwekkende wijze het Main Event van de World Series of Poker (WSOP) door de beste pokerspelers ter wereld te verslaan, waaronder de legendarische Doyle Brunson. Het jaar daarop deed hij het opnieuw tegen Perry Green. En in 1997 won hij zijn derde WSOP tegen John Strzemp en evenaarde hij Johnny Moss’ prestatie van het winnen van 3 World Poker Championship-titels, waardoor hij nog meer een legende werd.
Fatale verslavingen
Maar ondanks zijn aangeboren talent werd Stu Ungar geplaagd door oude demonen. Het was een afdaling naar de hel. Hij raakte verslaafd aan cocaïne, werd minder helder en verloor grote sommen geld met allerlei soorten weddenschappen. Zijn drugsverslaving nam uiteindelijk de overhand. Hij stierf op 22 november 1988, 45 jaar oud, in een hotelkamer, alleen en geruïneerd.
Stu Ungar zal de geschiedenis ingaan als een van de beste spelers aller tijden. De totale winst van dit genie aan de pokertafels wordt geschat op meer dan 30 miljoen dollar.