Rudi Garcia: de terugkeer van het 4-3-3 bij de Rode Duivels
De eerste stappen van Rudi Garcia als bondscoach van de Rode Duivels komen dichterbij. Begin maart zal de nieuwe Belgische coach de 23 namen bekendmaken die het zullen opnemen tegen Oekraïne in de play-offs van de Nations League. Een cruciaal tweeluik dat goed moet worden aangepakt, anders begint het tijdperk-Garcia meteen met een degradatie naar Nations League B.
Het voordeel van Garcia is dat hij komt met een eenvoudige speelstijl die goed past bij zijn spelerskern: sinds het begin van zijn carrière kiest de coach vrijwel altijd voor een aanvallende 4-3-3-opstelling. Dat komt goed uit: de Rode Duivels zijn, of het nu onder Martinez of onder Tedesco was, al gewend aan dit systeem.
Minder flexibel dan Tedesco?
Aan het einde van zijn termijn had Domenico Tedesco het imago van een gekke professor gekregen: niemand wist nog echt wat hij voor de tegenstander in petto had… maar uiteindelijk waren het niet de tegenstanders die daarvan te lijden hadden. Nochtans hield Tedesco zich in het begin aan duidelijke schema’s: een viermansverdediging, een stevig middenveld en snelle vleugelspelers.
Of je het nu een 4-3-3 of een 4-2-3-1 noemt, de Duits-Italiaan werkte met twee realiteiten: een overvloed aan talent op het middenveld, vooral in de rol van nummer 8 en op de flanken. Maar ook een gebrek aan kwaliteit in het centrum van de verdediging en op de wingback-posities, waardoor een driemansverdediging geen levensvatbare optie was. Tweemaal probeerde Tedesco een 4-4-2: en tweemaal liep het creatief volledig mis, waarbij het duo Lukaku-Openda het zwaar te verduren kreeg (in Oostenrijk en tegen Frankrijk op het EK).
Dat zal niet gebeuren met Rudi Garcia: de 4-3-3 is zijn systeem. Bij clubs is het simpel: een trainer kiest zijn spelers, bepaalt samen met het bestuur de transfers en werft de profielen aan die hem toelaten te spelen zoals hij wil. Bij een nationale ploeg, waar Garcia voor het eerst mee werkt, moet hij roeien met de riemen die hij heeft… maar hij heeft genoeg kwaliteit om zijn favoriete systeem te implementeren. Dat heeft ongetwijfeld in zijn voordeel gespeeld bij Vincent Mannaert.
Een middenveld van topniveau
Gedurende zijn carrière heeft Rudi Garcia een driehoek op het middenveld als standaard neergezet. Vanaf zijn successen bij LOSC, waar zijn trio Balmont-Mavuba-Cabaye fysiek en tactisch sterk was, kon de Fransman rekenen op een middenveld vol persoonlijkheid. En wat te zeggen over zijn latere teams? Bij AS Roma had hij de beschikking over Pjanić, Nainggolan en De Rossi – allemaal spelers die op hun hoogtepunt moeiteloos zouden starten bij de huidige Rode Duivels. Zijn Olympique Lyon, dat in 2020 de halve finales van de Champions League haalde, speelde aantrekkelijk voetbal met Aouar, Bruno Guimarães en Caqueret op het middenveld.
Het is dus aannemelijk dat Garcia persoonlijkheid wil zien op het middenveld: Amadou Onana heeft die, daar hoeven we ons geen zorgen over te maken. Maar Charles De Ketelaere, Orel Mangala en Arthur Vermeeren zullen zich niet langer kunnen verschuilen. De nieuwe bondscoach wil een middenveld dat verantwoordelijkheid neemt, en dat was de laatste maanden te vaak het pijnpunt. Blijft nog de kwestie van Kevin De Bruyne: waar staat de aanvoerder van Manchester City, zowel fysiek, qua spel als in zijn relatie met de nationale ploeg? Als Garcia hem kan omvormen tot de leider die hij eigenlijk nooit echt is geweest bij de Rode Duivels, zou dat al een onmiskenbaar succes zijn.
Garcia zal sterke beslissingen moeten nemen
Hoewel hij soms als tactisch star werd beschouwd, vooral aan het einde van zijn periode bij Roma, zal Garcia zich in ieder geval niet in gewaagde experimenten storten. De uitdaging blijft om defensieve stabiliteit te installeren, en op dat vlak zal hij waarschijnlijk afhankelijk zijn van de vorm van zijn spelers en hun individuele fouten. Op het moment dat hij de 11 namen op het wedstrijdblad zet, zal hij punten winnen of verliezen. Durft hij stevige beslissingen te nemen, zelfs als dat betekent dat hij spelers moet passeren die onder Tedesco als steunpilaren golden (zoals Wout Faes, bijvoorbeeld)? Dat is in theorie ook zijn stijl.
Garcia’s ervaring in het omgaan met ego’s, sterren en zelfs genieën zou hem moeten helpen bij een kleedkamer die de laatste tijd de indruk gaf zichzelf te overschatten. Hij zal zich een weg moeten banen door de woelige wateren van het Belgische voetbal zonder zichzelf te compromitteren, het respect van de leiders moeten winnen – iets waar Tedesco niet in slaagde – en snel een balans moeten vinden. In Tubeke moet bijna alles opnieuw worden opgebouwd: in tegenstelling tot zijn voorganger, die tegelijkertijd het nalatenschap van Roberto Martinez, de hoop van een nog aanwezige gouden generatie en de beloftevolle toekomst moest beheren, kan Rudi Garcia de afgelopen twee jaar bijna volledig uitwissen. Niemand zou hem dat kwalijk nemen.