Nationale Loterij doet aan ‘liefdadigheidswerk’ (lees: gokoperatie)

De Nationale Loterij valt niet onder de wet van 1999 die de kansspelsector reguleert. Het wordt daarom niet als gokken beschouwd. De reden hiervoor? Wat de Nationale Loterij aanbiedt, is een vorm van ‘sponsoring’. En die vorm is ‘anders’ dan wat particuliere spel- en wedbedrijven doen in online of fysieke casino’s en in verkooppunten. Het is geen bedrijf met winstoogmerk als zodanig, maar eerder ‘publieke steun’ voor de burgermaatschappij in de vorm van subsidies of sponsoring. En toch is de overheid met de Lotto en de andere aangeboden kansspelen wel degelijk de grootste aanbieder van kansspelen in het land. Hier volgen enkele verklaringen.

Nationale Loterij: Geen kansspel?

De afgelopen vijf jaar heeft de Nationale Loterij een gemiddelde groei van 4,5% laten zien. In 2022 zal de omzet €1,488 miljard bedragen. Naast een aanzienlijke stijging van de verkoop via digitale kanalen, is haar strategie gebaseerd op kleine bedragen die worden ingezet in de 7.800 verkooppunten van het land. 50% van de verkoop komt nog steeds van boekhandels, waar Belgen kleine bedragen inzetten. De gemiddelde inzet is €4,90.

Sportweddenschappen, casino, paardenrennen, roulette, poker, blackjack. Om een spel te classificeren als een ‘kans- en gokspel’ zijn vier cumulatieve criteria vereist: de speler zet geld in, de inzet is onomkeerbaar, de speler kan winnen of verliezen en de uitkomst van het spel is gebaseerd op toeval. Sommige kansspelen zijn niet 100% gebaseerd op toeval. Een pokerspeler kan bijvoorbeeld na verloop van tijd ervaring opdoen en een ‘zekere’ controle hebben over de uitkomst van het spel. Maar zelfs als vaardigheid in dit geval een merkbare rol kan spelen, zijn de resultaten toch geheel of gedeeltelijk afhankelijk van toeval. De Lotto is daarom een kansspel in de zin van deze definitie.

En vanuit fiscaal oogpunt?

Het fiscale kader voor kansspelen is bevoorrecht. Aangezien winsten niet als inkomsten worden beschouwd en dus belastingvrij zijn. Alleen een gokactiviteit die als hoofdactiviteit wordt uitgevoerd, zoals professionele poker- of bridgespelers, wordt belast. In dit geval, en gezien het regelmatige- en vaste karakter van de inkomsten, heeft de belastingdienst het recht om deze als inkomsten te beschouwen.

Winsten uit een spel van de Nationale Loterij zijn vrijgesteld van belasting. Het gaat dus om kansspelen in de zin van het belastingstelsel. De Loterij maakt dit duidelijk op haar website. “Heb je een mooi bedrag gewonnen met een van onze trekkings- of krasspellen? Moet u een deel van uw winst houden voor belastingdoeleinden? Nou, nee! Alle winsten van onze spellen zijn belastingvrij. Welk spel je ook speelt, je hoeft geen belasting te betalen over het bedrag dat je wint. Dit zijn dus nettobedragen die je niet op je belastingformulier hoeft te vermelden.”

Sponsoring, maar toch…

In 2021 heeft de Nationale Loterij 335 miljoen euro geherinvesteerd in de Belgische samenleving. In de eerste plaats als stichting, maar ook via 200 miljoen aan subsidies voor 336 culturele, wetenschappelijke of sportieve projecten. Bij de opmaak van haar begroting voor 2022 heeft de federale regering beslist om de monopolie-inkomsten die ze elk jaar van de Nationale Loterij ontvangt, te verhogen, met vermelding van een extra inspanning van 10 miljoen euro. De monopolie-inkomsten die de Nationale Loterij elk jaar betaalt, zijn dus gestegen van 135 miljoen euro naar 145 miljoen euro voor 2022. Het bedrag aan subsidies dat ze jaarlijks uitdeelt aan goede doelen is ook verhoogd. Dit van 185 miljoen euro naar 200 miljoen. In totaal is het totale financiële rendement van de Nationale Loterij voor de samenleving nu 345 miljoen euro (200 + 145), tegenover 320 miljoen euro voorheen.

Het is minder zichtbaar voor de burgermaatschappij. Maar particuliere gokbedrijven steunen ook goede doelen. Zo is de Ladbrokes Foundation, in samenwerking met sportambassadeurs die geselecteerd zijn voor hun sportieve talenten en voor de menselijke- en maatschappelijke waarden die ze uitdragen, betrokken bij een groot aantal projecten, zoals Viva for Life, seksisme in de sport en hulp aan de minstbedeelden. In tegenstelling tot de Nationale Loterij zeggen deze exploitanten echter dat ze niet “verwachten dat de overheid zodanig reageert dat deze extra miljoenen worden gegenereerd […] door het betreffende monopolie op kansspelen te garanderen”. Met twee maten meten? Het roept op zijn minst de vraag op.